Succesvol ondernemen: kijk naar de cijfers
Iedere rijschoolhouder wil niet alleen zijn leerlingen zo goed mogelijk begeleiden, er dient ook een fatsoenlijke boterham verdiend te worden. Risico’s moeten zo laag mogelijk blijven. Het is hierbij belangrijk om steeds goed naar de financiële cijfers te kijken.
Zodra de fiscus vraagt om een aangifte, krijgt de boekhouder of accountant van veel ondernemers een schoenendoos vol facturen en bonnen. De aangifte gaat vervolgens naar de Belastingdienst en de kwartaal- en jaarcijfers verdwijnen na ontvangst in een la. Ondernemers die op deze manier met hun financiële cijfers omgaan, halen er niet uit wat erin zit. Zij weten dus ook niet hoe hun bedrijf er financieel voor staat, laat staan dat ze in staat zijn om gericht te sturen en bij te sturen.
Pas als u weet hoe uw bedrijf er financieel gezien voorstaat, kunt u uw bedrijf goed sturen. Dat betekent dat u de antwoorden op de volgende vragen moet achterhalen:
• Loopt onze bedrijfsomzet volgens planning?
• Blijven de bedrijfskosten binnen de begroting?
• Ontwikkelt de nettowinst zich goed?
• Is er voldoende cashflow?
• Betalen de debiteuren ons tijdig?
• Betalen wij onze crediteuren op tijd?
• Zijn er voldoende leerlingen in portefeuille?
Balans
Antwoord op deze en andere belangrijke vragen haalt u uit de winst- en verliesrekening en uit de balans. Het is dus zaak deze op te stellen of te laten opstellen. De balans vertolkt een momentopname en geeft de vermogenspositie van uw onderneming weer: het totaal van geld, goederen, rechten, vorderingen, schulden en andere verplichtingen van uw onderneming. Maar ook de wijze waarop verschillende zaken aan elkaar zijn gerelateerd. Aan de linkerzijde van de balans staat alles wat u bezit (middelen) en aan de rechterzijde hoe dit bezit is gefinancierd (vermogen).
Veel ondernemers zijn gefixeerd op de omzet en de winstcijfers, terwijl de balans ook nuttige informatie oplevert waarop u kunt sturen, stuurinformatie dus. Denk bijvoorbeeld aan de liquiditeit en de solvabiliteit.
Een andere manier om de financiële situatie snel inzichtelijk te krijgen en de schoenendoos met bonnetjes te voorkomen is het gebruiken van software. Die registreert automatisch administratieve gegevens als openstaande rekeningen of het BTW-saldo. “Bovendien kan de rijschoolhouder met enkele klikken een volledig grootboekjournaal van een bepaalde periode aan de boekhouder geven”, licht Hans Schaap van softwareleverancier Dation toe. “Zo kan hij alles makkelijk invoeren in het boekhoud pakket. Niet alleen de rijschoolhouder, maar ook de accountant bespaart zo veel tijd.”
Boekhoudnormen voor rijschoolhouders
Aan de opbrengstenkant van de winst- en verliesrekening van rijschoolhouders staan vooral in rekening gebrachte lessen. En vooral de salariskosten zijn hoog. Hoe bepaalt u of u op de goede weg bent?
Rijschoohouders verkopen vooral lesuren en kunnen alleen winstgevend zijn als het aantal in rekening gebrachte uren toereikend is om de bedrijfskosten te kunnen betalen. Het aantal beschikbare klokuren per dienstverlenende fulltime medewerker is ongeveer 1.600 per jaar. Een veel gebruikt kengetal in de zakelijke dienstverlening is daarom de bezettingsgraad van een medewerker. Deze berekent u door per medewerker het aantal gefactureerde uren te delen door het aantal beschikbare uren op jaarbasis. Is het aantal verkochte uren structureel te laag, dan komt uw bedrijf in de problemen.
Rendement op het vermogen
Het rendement op het eigen vermogen bij bedrijven in de zakelijke dienstverlening dient minimaal 15 procent te bedragen. Behalve de marktrente is immers ook nog een ondernemersbeloning nodig voor de door u als dienstverlener verrichte inspanningen. Het rendement op het totale vermogen moet minimaal 10 procent zijn. Het mag in elk geval niet onder de marktrente zakken. Of rijschoolhouders dit halen, is de vraag.
Netto werkkapitaal
Een werkgever in de rijschoolwereld met instructeurs in dienst moet twee tot drie maanden salaris van het totale personeelsbestand in vaste dienst kunnen voorfinancieren, als een soort buffer om fluctuaties in de liquiditeit te kunnen opvangen. Gaat u uit van een jaaromzet, dan mag uw netto werkkapitaal niet hoger zijn dan ongeveer 15 procent van deze jaaromzet. Is uw netto werkkapitaal te hoog, neem dan in overleg met uw accountant maatregelen om uw netto werkkapitaal omlaag te krijgen en het overtollige geld goed te beleggen.