Rijscholen kunnen flinke financiële schade lijden als rijinstructeurs zonder de juiste papieren de weg op gaan. Wanneer een instructeur bijvoorbeeld niet op tijd aan zijn bijscholingsplicht heeft voldaan en vervolgens een ongeval veroorzaakt, zal het schadebedrag op de rijschool worden verhaald. 

Het is altijd de rijschool die in dit soort gevallen aansprakelijk wordt gesteld en de schade zal moeten betalen. Het bedrijf is immers verantwoordelijk voor het eigen personeel. Dit stelt Bovemij Bedrijfsverzekeringen.

Bevoegdheid

“Op het moment dat een lesauto een ongeluk veroorzaakt en de instructeur niet lesbevoegd blijkt, wordt de schade aan eigen voertuig in het geheel niet uitgekeerd. De schade die aan derden uitbetaald moet worden, zal op de rijschool worden verhaald”, zo stelt Koen Janssen van Bovemij Bedrijfsverzekeringen.

De controle op de lesbevoegdheid van de rijinstructeur is volgens Janssen geen vast onderdeel van de schadebehandeling. “Maar nu gebleken is dat veel instructeurs zonder de juiste papieren rondrijden, zal dit in de toekomst misschien wel veranderen. Hiervan waren wij niet op de hoogte.” Bovemij vraagt bij schade steekpoefsgewijs specifiek de lesbevoegdheid van instructeurs op. Daarnaast wordt er bij een sterk vermoeden en bij de ernstigere schadegevallen naar geïnformeerd.Het bedrijf doet hierbij een beroep op de gegevens van het IBKI.

Ongeldig

Wanneer een verzekerde lesauto bij een ongeluk betrokken raakt, komt bij de verzekeraar een schademelding binnen. “Als er controle plaatsvindt zal de route zijn dat er kopieën van de papieren en dus ook de momenten van bijscholing worden opgevraagd. Het is dan te vergelijken met de afhandeling van bijvoorbeeld een schoorsteenbrand: de verzekeraar wil weten wanneer er voor het laatst een schoorsteenveger langs is geweest”, aldus woordvoerder Rudi Buis van het Verbond van Verzekeraars. “Hoe vaak er naar de lesbevoegdheid wordt gekeken, weet ik niet.”

Een lesauto wordt onder specifieke polisvoorwaarden verzekerd, zo laat Buis weten. “Zo zal er in dat document staan dat de instructeur ten tijde van het ongeval bevoegd moest zijn om les te geven. Op het moment dat er niet aan de voorwaarden voldaan wordt, dan is de rijschool zelf aansprakelijk.” Om hoeveel gevallen het gaat, is onduidelijk. “Die gegevens houden we niet bij.”

Leerling

De leerling zal nooit de dupe worden van een onbevoegde rijinstructeur. In het geval van letselschade bijvoorbeeld, kan hij altijd rekenen op vergoeding. “De WAM-verzekering vergoedt aan alle derden. Omdat de leerling juridisch gezien niet de bestuurder van het voertuig was, wordt hij altijd schadeloos gesteld door de verzekeraar. De verzekeraar zal de schade vervolgens op de rijschoolhouder verhalen”, legt Janssen uit. Hij zegt een aantal gevallen te kennen van instructeurs die ten tijde van het ongeval niet meer bevoegd waren om les te geven.

Op het moment dat een niet-lesbevoegde rijinstructeur buiten zijn schuld om betrokken raakt bij een ongeval, dan zal hij overigens wel schadeloos worden gesteld door de verzekering. Op het moment dat hij Casco (All risk – red.)  verzekerd is, moet hij alleen wel zelf de schade verhalen op de tegenpartij. “Er moet hoe dan ook uitbetaald worden, maar de verzekeraar van de rijinstructeur bemiddelt in dat geval niet meer.”

Bijscholing

Vorige week ontstond discussie over rijinstructeurs die lesgeven zonder dat ze in het bezit zijn van de verplichte papieren. Het zou voornamelijk te maken hebben met een gebrek aan middelen om de bijscholing te financieren. De VRB vermoedde dat het om 1.200 gevallen gaat. Dit aantal werd gebaseerd op reacties vanuit de kaderscholen.

Voorzitter Peter van Neck stelde dat er te weinig controle op de bevoegdheid van rijinstructeurs plaatsvindt. “We hebben in dat verband eerder al contact gehad met de politie. Maar we kregen te horen: ‘Dit staat niet op ons prioriteitenlijstje, dus daar gaan we niks mee doen.” Het Openbaar Ministerie liet weten geen cijfers paraat te hebben van het aantal boetes dat jaarlijks wordt uitgedeeld aan onbevoegde instructeurs.

Boete

Op het moment dat een instructeur niet slaagt voor zijn bijscholing, moet hij nu nog binnen zeven dagen zijn pas inleveren. Blijft hij daarna toch rijles geven, dan loopt hij het risico een boete te moeten betalen. Ook wanneer niet op tijd aan de bijscholingsplicht voldaan wordt, maar de instructeur wel les blijft geven, kan hij worden beboet. Bij personen die geheel onbevoegd lesgeven gaat het om 630 euro. Instructeurs bij wie een verlopen bevoegdheid wordt geconstateerd, zijn 390 euro kwijt, liet het Centraal Justitieel Incassobureau weten.

Roosmarijn Dierick