Brancheverenigingen in rijschoolsector redelijk op één lijn
Een kwalitatief goede rijinstructeur hoeft niet fulltime les te geven. De huidige theoretische WRM-bijscholing komt te veel neer op alleen een aanwezigheidsplicht. En de praktische bijscholing is momenteel nog te veel een toneelstukje. Dat zijn enkele punten waarover branchevoorzitters Frank Hoornenborg van Bovag, Ruud Rutten van FAM Verkeersscholen en Peter van Neck van de VRB het tijdens de Lesauto Testdag eens bleken te zijn. Toch waren ze niet steeds eensgezind. Over de toegevoegde waarde van een verplichte ondernemersstage bijvoorbeeld, ontstond tijdens de workshopsessie discussie. “Een beginnende rijinstructeur vroeg mij laatst wat BTW is. Dat is toch triest.”
Tijdens de Lesauto Testdag in Maarssen konden bezoekers gedurende de dag doorlopend workshops bijwonen. Zo ook de sessie met de voorzitters van branche-organisaties Bovag, FAM en VRB die hun kijk gaven op actuele stellingen en reageerden op lezersvragen en voorgelegde kwesties van de aanwezige rijinstructeurs en rijschoolhouders in de zaal. Bekijk hieronder de stellingen en de standpunten van de verschillende brancheorganisaties.
Branchevereniging
‘Een rijschoolhouder merkt concreet de toegevoegde waarde van aansluiting bij een branchevereniging’
Frank Hoornenborg (Bovag):
Het is niet alleen voor een rijschool van belang om als lid aangesloten te zijn voor een branchevereniging, maar ook voor de consument. Maar lidmaatschap van een branchevereniging is een belangrijk punt, zolang zowel de rijschool als de consument de meerwaarde ervan merkt. Voor een rijschool kan dat zijn gebruik maken van juridische diensten of antwoord krijgen op belastingtechnische vragen.
Peter van Neck (VRB):
Jazeker. Ik hoor vaak gescheld en geklaag van rijinstructeurs over veel allerlei onderwerpen. Maar slechts een deel van de rijschoolbranche is lid van een branchevereniging. Door lidmaatschap kun je je hard maken voor je idealen en je stem laten horen. Je moet als instructeur niet alleen zeuren, niet alleen roepen en niet alleen klagen over de problemen binnen de branche. Leg die problemen bij ons neer en doe er ook iets mee.
Ruud Rutten (FAM):
De brancheverenigingen zijn overal aanwezig, zo ook tijdens overleggen met het ministerie. Het is dus een manier om invloed uit te oefenen. Daarnaast zijn onze leden altijd als eerste op de hoogte van nieuwe ontwikkelingen. En binnen de FAM leren we van elkaar, omdat we bij elkaar in de keuken mogen kijken. We bijten elkaar niet. Ook geven we regelmatig cursussen, waaronder op het gebied van management. Ik durf te stellen dat heel veel mensen die niet niet bij een branchevereniging zijn aangesloten of zich er nooit laten zien, geen idee hebben wat er speelt of waar ze zelf mee bezig zijn.
Ondernemersstage
‘Een verplichte ondernemersstage is niet van toegevoegde waarde’
Peter van Neck (VRB):
Een verplichte ondernemersstage vind ik niet van toegevoegde waarde. Ik geloof niet dat een rijschoolondernemer een toekomstige concurrent bij hem in de keuken zal gaat laten kijken. Een goede ondernemerscursus in de bijscholing opnemen bijvoorbeeld, zou wel een goede zaak zijn. Want al laat ikzelf mijn stagiairs meer zien dan alleen het rijles geven, in principe doen ze alleen een opleiding tot rijinstructeur.
Ruud Rutten (FAM):
De FAM denkt daar anders over en ziet een verplichte ondernemersstage wel als goede toevoeging. Als instructeur doe je tijdens je stages veel ervaring op en ben je twee jaar verder, dan ben je wellicht een hele goede instructeur. Maar een ondernemer ben je dan niet per se. Vorige week kwam ik een nieuwe collega in het vak tegen, die vroeg of ik hem uit kon leggen wat BTW is. Dat is uitermate triest.
Frank Hoornenborg (Bovag):
In Duitsland is het zo geregeld dat je eerst een aantal jaren in loondienst moet werken, voordat je een rijschool mag opstarten. Als je een aantal jaren in de branche werkt weet je van het reilen en zeilen. Van zo’n model zijn wij voorstander. Maar een ondernemerscursus is altijd goed: hoe meer kennis, hoe beter je meestal presteert. Er moet een balans worden gevonden tussen het zijn van rijinstructeur en ondernemer. En een instructeur moet weten waar hij aan begint. Een ondernemersstage verlicht stellen wordt moeilijk. Er is vrijheid van ondernemerschap, maar dan moet je je wel aan de regels houden. En bij rijscholen die niet weten hoe het zit, is de kans groter dat ze zich niet aan de regels houden.
Fulltime
‘Een kwalitatief goede rijinstructeur werkt fulltime’
Ruud Rutten (FAM):
Nee, daar ben ik het absoluut niet mee eens. Er bestaat niet per se een verband. Ik ken genoeg voorbeelden van parttimers die goed en serieus bezig zijn als rijinstructeur. Ik denk alleen dat je tijd voor je vak moet hebben en nemen. Het is niet even gemakkelijk bijverdienen in de avonduren.
Peter van Neck (VRB):
Dat een kwalitatief goede rijinstructeur alleen fulltime werkt, is onzin. Al denk ik dat het de kwaliteit van de rijinstructie niet ten goede komt als een instructeur jarenlang doorsukkelt met drie of vier examens per jaar.
Frank Hoornenborg (Bovag):
Daar sluit me bij de heren aan. Ik wil wel een kanttekening plaatsen. Als een rijinstructeur naast een fulltime job ook nog 12 uur in de week rijles geeft om wat bij te verdienen, dan weet ik niet of we daar op zitten te wachten. Maar het ligt er ook aan wat hij daarnaast voor werk doet.
VOG
‘Een bij wet verplichte VOG voor rijinstructeurs lost het volgende op:…’
Frank Hoornenborg (Bovag):
De Verklaring Omtrent het Gedrag is in onze ogen dusdanig van belang dat wij het overleggen ervan voor onze leden verplicht stellen. Dit omdat je als instructeur ook met 17-, 18-, 19-jarigen in de lesauto zit. Ouders dragen hun kinderen over aan een instructeur en moeten erop kunnen vertrouwen dat ze in goede handen zijn. Het kan niet zo zijn dat er in de rijschoolbranche zedendelinquenten rondrijden. Of dat het geval is weten we op dit moment niet, maar het verplicht stellen van een VOG kan uitsluiten dat het gebeurt. Rijinstructeurs hebben een voorbeeldfunctie. De VOG vinden wij dus een must voor onze leden.
Ruud Rutten (FAM):
Bij ons is het overleggen van een VOG niet verplicht. Maar gezien de leeftijd van jongeren in de lesauto’s, zijn wij wel voor een landelijke verplichting hiervan.
Peter van Neck (VRB):
Als het vanuit het ministerie geregeld wordt, zou dat alleen maar een hele goede zaak zijn. Wij hebben binnen onze branchevereniging de eis echter niet gesteld, omdat we vinden dat het ministerie de partij is om dit op te pakken.
WRM-bijscholing
‘De huidige theoretische WRM-bijscholing heeft geen nut’
Ruud Rutten (FAM):
Ik heb de WRM-bijscholing zelf inmiddels een aantal keren gedaan en ben er geen voorstander van. In mijn ogen moet het veel meer op de praktijk gericht zijn. Van theoretische bijscholing ben ik wel voorstander, maar niet van de huidige invulling ervan. Als ik een cursus doe, wil ik er ook na 35 jaar in het vak gewerkt te hebben nog wat van kunnen leren. Niet een beetje voor me uit zitten te staren. Vanuit de FAM vragen wij overigens aan leden welke cursussen zij interessant zouden vinden. Die ontwikkelen we dan om vervolgens bij het IBKI in te dienen.
Peter van Neck (VRB):
Wij vinden dat de huidige cursussen behoorlijk hun doel voorbij schieten. Als ik mensen spreek hoor ik die geluiden en ik merk het zelf ook. Aan het eind van een bijscholingsdag vraag ik me vaak af wat ik er nu precies van opgestoken heb.
Frank Hoornenborg (Bovag):
Op dit moment is de theoretische bijscholing veelal een aanwezigheidsplicht. Wij zijn er voorstander van om de af te sluiten met een toets. Dan heb je er wat aan. Ja, theoretische bijscholing is goed, mits er niet alleen een aanwezigheidsplicht is. We zijn bijvoorbeeld wel voorstander van theoretische bijscholing als autisme, asperger en faalangst, omdat die cursussen de instructie verbeteren. Het moeten gewoon actuele, nuttige cursussen zijn waar de instructeur wat aan heeft. Want als ze het nut niet zien, dan is de interesse er ook niet.
WRM-concept
‘De nieuwe WRM verbetert de situatie zoals die nu is onvoldoende’
Ruud Rutten (FAM):
Of de nieuwe situatie een verbetering is of niet, dat zullen we af moeten wachten. Die zeven dagen zijn misschien wat kort door de bocht, maar als we zo bezig zijn met die sancties, dan vraag ik me werkelijk af of er in de basis soms iets niet klopt. Ik denk bijvoorbeeld dat de WRM-opleiding voor instructeurs beter kan. Instructeurs hebben als ze van de opleiding afkomen hun diploma op zak en hebben 40 uren stage-ervaring. Maar als je de huidige opleiding hebt afgerond, ben je in mijn ogen nog geen instructeur. Er moet veel meer praktijk in zitten.
Frank Hoornenborg (Bovag):
Je kunt je daarnaast afvragen of je als je een vijfde keer zakt voor het examen, wel in deze branche thuishoort. Het alternatief was overigens ook niet zo mooi: dat je binnen zeven dagen je instructiebewijs kwijt bent, terwijl het eigenlijk misschien nog enkele jaren geldig was. Wij zien ook graag dat het instapniveau voor nieuwe instructeurs verhoogd wordt.
Peter van Neck (VRB):
De huidige praktijkbegeleiding is geen begeleiding: het is een examen. Van begeleiden is eigenlijk geen sprake. Het zou een hele goede zaak zijn als dat wel echt gaat gebeuren. Aankomende rijinstructeurs die zwakke punten hebben, kunnen op die manier ook bijgestuurd en getraind worden. Dat is belangrijk voor de kwaliteit.
Diploma
‘Het WRM-certificaat moet een diploma voor het leven worden’
Frank Hoornenborg (Bovag):
Dat klinkt natuurlijk mooi, een diploma voor het leven. Maar ik denk dat het goed is dat we rijinstructeurs blijven bijscholen, puur om ons als rijschoolbranche te blijven verbeteren. Daarnaast zal met de nieuwe technologieën in de toekomst op een andere manier instructie gegeven moeten worden. Daar is ook scholing voor nodig. Ik denk wel dat we bij de volgende WRM-wijziging goed moeten kijken hoe we van het gevoel af moeten raken dat er een kunstje gedaan moet worden.
Peter van Neck (VRB):
Ik ben het hier met Frank Hoornenborg eens. Ik vind dat je jezelf als rijinstructeur bij moet blijven scholen en aan moet blijven passen. Als je dat niet wil, dan hoor je niet in deze branche thuis. Ik denk alleen dat de toets bij het IBKI niet strookt met de werkelijkheid. We moeten van de toneelstukjes af. Er wordt momenteel te veel met punten en komma’s gewerkt. Zeker als ik net uit de zaal het voorbeeld hoor dat een instructeur voor zijn praktijk-bijscholing zakt, omdat hij moest ingrijpen om te voorkomen dat een fietser werd aangereden.
Ruud Rutten (FAM):
Daar sluit ik mij helemaal bij aan. De wereld staat niet stil. Vijfendertig jaar geleden bijvoorbeeld, hadden we nog nooit van ADHD gehoord en spraken we gewoon van ‘vervelende mensen’. Zonder de bijscholing mis je de kennis die je moet hebben om met die groep om te gaan.
CBR
‘Het instellen van een tegenhanger van het CBR is wenselijk, omdat daarmee de monopolie op examinering van rijexamens verdwijnt’
Peter van Neck (VRB):
Ik denk niet dat we er blij van zouden worden als er een tweede CBR komt.
Frank Hoornenborg (Bovag):
Zolang het CBR zich niet als monopolist gedraagt en ons als klant ziet, is het een goede zaak dat we maar één exameninstituut hebben. Ik ben geen voorstander van een tweede instituut als het CBR goed functioneert en in samenspraak met de branche actief dossiers oppakt. Dan is de huidige situatie een betere situatie. Maar als ze zich niet aan eerdergenoemde houdt, dan zou het oprichten van een tweede exameninstituut goed kunnen werken.
Ruud Rutten (FAM):
Ik ben het wat dat betreft met het standpunt van Bovag eens.
Overheidsbemoeienis
‘Politiek Den Haag moet zich meer met de branche bemoeien om haar weer gezond te krijgen’
Peter van Neck (VRB):
Ik vind het best goed dat de overheid zich met bepaalde zaken van de rijschoolbranche bemoeit, maar dan alleen binnen de kaders die wij aangeven.
Ruud Rutten (FAM):
Daar ben ik het mee eens. Soms is het nodig, want de branche probeert al 25 jaar lang om gezond te zijn, maar tot op heden is dat nog steeds niet gelukt. Ik hoorde echter laatst dat de minister zei: ‘Ik heb maar één meetpunt en dat is het CBR. Geslaagd of gezakt dus.’ Daar heb ik anderhalve week van wakker gelegen. Ondernemers die serieus met hun vak bezig zijn, moeten door de overheid ook wat meer beschermd worden. Maar er zijn teveel instructeurs die niet bij brancheverenigingen aangesloten zijn. Wij komen minder sterk naar voren als we bij het ministerie aankloppen als niet eens 40 procent van de branche lid is van een vereniging.
Frank Hoornenborg (Bovag):
Den Haag wil dat we herstel zelf regelen. We willen het zelf regelen, maar we lopen tegen regels van Den Haag aan. En dus hebben we Den Haag wel nodig om te bewerkstelligen wat wij willen. De VOG wilden we vanuit Den Haag bijvoorbeeld opgelegd zien, maar dat is niet gebeurd. We hebben een minister die wil scoren en geen impopulaire maatregelen wil nemen. Als we het hebben over kwaliteitsverbetering zegt ze er zijn een aantal kaders: vrijheid van ondernemerschap, vrijheid van onderwijs en het mag niet duurder worden voor de consument.
BTW
‘Een lager BTW-tarief doorvoeren is voor Den Haag totaal onmogelijk’
Frank Hoornenborg (Bovag):
Ministerie ziet als commerciële opleiding en daarom vallen we binnen het hogere BTW-tarief. Het zou mooi zijn als we onder ‘onderwijs’ gaan vallen, zodat het BTW-tarief kan veranderen. Maar dat is want ons betreft een onhaalbare kaart.
Ruud Rutten (FAM):
Je kunt je ook afvragen of we van een lager BTW-tarief beter zouden worden. Prijzen bij kappers bijvoorbeeld zijn na de verlaging van het BTW-tarief gelijk gebleven of zelfs gekelderd.
Peter van Neck (VRB):
Er wordt inderdaad vaak geroepen dat we binnen de rijschoolbranche naar 6 procent toe moeten, maar ik weet niet of we er echt gelukkiger van zouden worden. Om aan de regels te voldoen moet een hoop aangepast worden. Dat zijn ook weer investeringen.
Roosmarijn Dierick
Uit de reacties op de vraag of het WRM certificaat een diploma voor het leven moet worden maak ik op dat alle 3 de organisaties voor het sanctiebeleid zijn. Het antwoord dat er bijgeschoold moet blijven worden hoeft natuurlijk niet uit te sluiten dat het een diploma voor het leven zou kunnen zijn. Verder zou het beter zijn dat de voorzitters de mening van diegenen die zij vertegenwoordigen uitdragen. In hun prive mening is niemand geïnteresseerd.
Redelijk op een lijn maakt het onderscheid tussen brancheverenigingen anders hoeven er geen drie te zijn dus dat is positief. Ik ben er van overtuigd dat de brancheverenigingen de branche willen verbeteren en dat ze daar ook alles voor doen De meeste instructeurs doen ook hun best doen om de branche uit het slob te krijgen. Het is hun vak die ze met liefde en toewijding vorm willen geven. Ook CBR, IBKI, en opleiders willen dat niets liever. Het is tenslotte 1 branche waar allen in werkzaam zijn.
Daarbij de kanttekening dat we bij het verkeerde ministerie ondergebracht zijn en de verantwoordelijke minister niet verantwoordelijk is voor onderwijs maar toevallig deze groep onder haar verantwoordelijkheid heeft. De knowhow ontbreekt om hier de juiste invulling aan te geven. De sancties die daar uit voortvloeien zijn het resultaat omdat er onder dit ministerie geen andere tools beschikbaar zijn. De minister wil wel kan maar dit niet realiseren mede omdat rijinstructie nog geen onderwijs is
Er ligt een grote verantwoordelijkheid om de branche blijvend omhoog te tillen naar onderwijs. Ik voel deze verantwoordelijkheid en wil het ook graag op me nemen met de verregaande plannen die er klaar voor liggen om de branche te verbeteren. Ik hoop dat alle betrokken partijen in de branche hier open voor staan en hun steentje willen bijdragen om in goed overleg en samenwerking dit te realiseren. De rijinstructeur, consument en de verkeersveiligheid verdienen dit.
Dat brancheverenigingen redelijk op één lijn liggen is een goed teken en een goed voorbeeld voor de hele rijschool branche. Het is een eerste stap naar algemene kwaliteit, meer samenwerking en het vertrouwen naar overheid en consument. Klagen vanuit je vak heeft inderdaad geen meerwaarde zonder dat er nieuwe alternatieven worden aangeboden. Met name de klemtoon op “nieuwe”. Immers andere vernieuwende alternatieven heeft het in het verleden niet gehaald.
Respect voor de inzet van onze brancheverenigingen is belangrijk om iets bij de overheid te bereiken. Aan de andere kant is respect vanuit een branche organisatie richting de rijscholen en rijinstructeurs eveneens belangrijk en misschien wel het allerbelangrijkste, die staan namelijk het dichtste bij de consument. De consument die ten alle tijde de essentie is in het hele verhaal.
Zij moeten de verkeersveiligheid in de toekomst garanderen en dat kan alleen door hen verkeerszekerheid te bieden. De verkeerszekerheid kan alleen aangeboden worden op het moment dat we innovatie met z’n allen accepteren.
Innovatie is niet iets wat begrepen moet worden als maatregelen treffen om de rijschool branche beter te maken. Dit is korte termijn denken.
Rijonderwijs voldoet volledig aan deze eisen. Het effect van rijonderwijs is dat de rijinstructeur iets kan leren en met een goed gevoel, na scholing naar huis kan gaan en met een goed gevoel rijonderwijs in de praktijk kan toepassen.
Beklag doen op basis wat ik hier schrijf of meningen hebben “hij wil iets aan de man brengen” vat ik op als tegen de consument zijn en tegen betere alternatieven die juist net beter zijn voor je eigen leerlingen.
Ik hoef geen respect, maar de consument verdient respect.
Een ondernemerscursus zou niet slecht zijn. Als bijscholing die meetelt dan. Als men daar dingen in zouden zitten als personeel aannemen, hoe men zelf de BTW aangifte kan doen of hoe je een goede verzekering kiest. Als men een VOG zo belangrijk vindt dan is het een idee om er bij de rijscholenkiezer voor te zorgen dat men punten krijgt als men daar een VOG instuurt.
Is een piloot zijn brevet kwijt als hij twee mislukte landingen op de simulator maakt? Is de kapitein van een tanker geen kapitein meer na twee cursussen te hebben gevolgd met negatief resultaat ? Is een chirurg broodloos als hij twee bijspijker examens met negatief resultaat
afsluit ? is een rijinstructeur ( met 20 jaar werkervaring ) broodloos na het niet behalen van zijn verplichte WRM ?
graag reactie
Ik begrijp de frustratie van de rijinstructeur, ik heb dit vergelijking jaren geleden ook gemaakt. Het feit ligt er dat een chirurg een academische opleiding heeft gevolgd, de piloot een HBO en de tanker kapiteit minimaal MBO en de rijinstructeur een cursus gevolgd heeft om rijles te mogen geven.Bij zulke opleidingen hoort een kwaliteitscontrole van Ministrie van OCW die ontbreekt bij de instructeurs cursus en waardoor de kwaliteit alleen afgemeten kan worden aan andere resultaten.
Als dan de resultaten niet op het gewenste niveau komen, wordt de schuld bij de rijinstructeur gelegd wat ook niet terecht is want de rijinstructie zit aan zijn plafond en de rijinstructeur doet wat hij/zij kan binnen de mogelijkheden. Enige oplossing is rijonderwijs waarbij er minimaal een MBO diploma rijonderwijs komt. Deze opleiding is beschikbaar maar moet algemeen aanvaard worden en daar zullen wetswijzigingen voor nodig zijn.Nogmaals een oproep aan politiek en betrokken partijen om actie
ik vind het raar dat er nu word gesproken van levens lange geldig heid -nu breek mijn klomp die geldigheid had ik toch het groen instrukteur bewijs
is omgezet tot 5 jaar door de overheid die ik als zeer onbetrouwbaar bestempel
Heb eerder al diploma s als sneeuw voor de zon zien verdwijnen .
ben deze overheid eigelijk beu eerst is iets goed. en daarna als het hun uit komt word het weer verandert. genomen moeten worden is men niet thuis of word er de sterf constructie toe gepast bv de wet wrm
Ik onderschrijf uw gevoel volkomen. Helaas is de groene instructeurspas nooit gekoppeld geweest aan een opleiding maar aan een cursus terwijl er voor de rijinstructeur door de afgifte van een diploma er een ander beeld werd geschetst.
Nog even nagedacht en navraag gedaan moet ik echter wel tot de conclusie komen dat de toenmalige diploma’s uitgereikt werden na een examen dat onder Vamor en Ministerie van Verkeer en Waterstaat zijn afgenomen dus de indruk wekken van een staatexamen. Dit in tegenstelling tot de huidige instructeurspas. Ik denk dat deze vragen door de branche organisaties beantwoord moeten worden aangezien dit niet mijn lijn van expertise is.
De BOVAG heeft enige jaren in samenwerking met wat andere partners een prima MBO studie ontwikkeld. Laat de Minister deze studie eens erkennen en laat dit de vervanger zijn van die verschrikkelijke bijscholing.
Er is inderdaad een MBO studie ontwikkeld. Deze gaat diep in op didactisch en pedagogisch vlak. Deze is als pilot begin dit jaar van start gegaan.
Dit is een stap in de goede richting aangezien de rijinstructie duidelijk aan zijn plafond zit.
Om in te spelen op de rijbewijsleerling, veranderende infrastructuur en verregaande technologische ontwikkelingen is echter meer nodig. Er zijn verregaande ontwikkelingen voor een MBO 4 opleiding tot rijonderwijsleerkracht waarbij rijonderwijs naast meerdere vakken centraal zal komen te staan. Rijonderwijs is de manier om de sanctie en bijscholing te vervangen en de branche de juiste kwaliteits impuls te geven.
Frank Hoorneberg van de Bovag vindt dat ook de theoretische bijscholing afgesloten moet worden met een toets. En als men die toets niet haalt ? Een uitbreiding van de sanctie? Of nog meer kosten voor de instructeur omdat hij deze cursus nogmaals moet doen? Hij kan zich beter druk maken over de kwaliteit van die bijscholing.
Er is wel degelijk ruimte voor een tweede toetsinginstelling naast het CBR, en er is wel degelijk sprake van een monopolistische opstelling van dit huidige instituut. Zolang de wachttijden kunstmatig in stand worden gehouden totdat het laatste examenuurtje is vergeven is dit slechts één voorbeeld. Wachttijden van 8 weken zijn geen uitzondering. Verder is de communicatie éénzijdig, en eigenlijk is er geen communicatie, er wordt aan de branche medegedeeld.