Vlaanderen gaat een Verkeersveiligheidsfonds opzetten, dat gefinancierd wordt met de opbrengsten van verkeersboetes die geïnd worden in Vlaanderen. De maatregel is een onderdeel van het verkeersveiligheidsplan waaraan de Vlaamse minister van Mobiliteit, Ben Weyts, werkt.

Dat verkeersveiligheidsplan omvat meer maatregelen, zoals het verbeteren van de rijopleiding, veiliger maken van de infrastructuur en intensiveren van de handhaving. Zo gaat Vlaanderen investeren in meer trajectcontrole.

Verkeersdoden

Met de initiatieven uit het verkeersveiligheidsplan wil Vlaanderen de strijd aanbinden tegen het hoge aantal verkeersdoden. De afgelopen jaren daalde het aantal mensen dat omkwam in het verkeer weliswaar, maar in 2014 was er weer een stijging tot 400 dodelijke slachtoffers. Dat aantal ligt een stuk hoger dan in de buurlanden van België.

Vlaanderen is sinds kort bevoegd voor snelheidsovertredingen – maar niet op de autosnelwegen – en ten aanzien van uitzonderlijk vervoer, vervoer van gevaarlijke goederen, massa van voertuigen, afmetingen en verkeerstekens. De opbrengst van de boetes ging weliswaar naar Vlaanderen, maar tegelijkertijd werd eenzelfde bedrag afgetrokken van de federale bijdrage. Per saldo leverden de opbrengsten van de boetes Vlaanderen daardoor niets op.

Verkeersveiligheidsfonds

De Vlaamse regering steunde Weyts’ voorstel om alle extra boeteopbrengsten hiervan niet in de algemene begrotingskas te storten maar in een nieuw Vlaams verkeersveiligheidsfonds. “Elke extra euro verkeersboete, is een euro extra voor meer verkeersveiligheid”, aldus Weyts.