Er wordt momenteel gewerkt aan een nieuwe, toekomstbestendige variant van het Bovag Garantiefonds (BGF). Sinds de oprichting van het fonds in 2010 is bij dertien faillissementen ruim 400.000 euro uitgekeerd aan 600 gedupeerde leerlingen, en dergelijk hoge bedragen creëren geen houdbare situatie voor de toekomst. Daarom mogen alle Bovag-rijscholen meepraten over het vormgeven van een nieuw BGF. Vorige week was de groep grootste rijscholen aan de beurt, de rest volgt.

De afgelopen periode kwam een grote geruchtenstroom op gang over een forse verhoging van de Bovag-contributie met 15 euro per leerling om het BGF houdbaar te maken. Daar is niets van waar, zo laat woordvoerder Tom Huyskens weten. “Er werd inderdaad gesproken over de hervorming, maar er stond en staat nog helemaal niets vast. Uiteindelijk beslissen de aangesloten rijscholen tijdens de Algemene Ledenvergadering over de toekomst van het fonds.”

Toekomstbestendig fonds

Het vijf jaar geleden opgerichte fonds staat gedupeerde leerlingen bij wanneer zij te maken hebben met een rijschool die failliet gaat. Bovag-leden dragen momenteel per eerste examen (op basis van CBR-data van het jaar ervoor) 75 cent af aan het fonds. Daarbij geeft Bovag een advies aan de rijscholen om deze bijdrage inzichtelijk te maken op de factuur aan de leerling – net zoals bij het boeken van vakanties – om de bewustwording hiervan te vergroten. “Maar lang niet alle Bovag-leden doen dat en rekenen de afdracht voor het fonds dus niet door”, vertelt Huyskens.

Gaandeweg zijn voorwaarden aan het fonds aangescherpt, bijvoorbeeld om fraude en andere onwenselijke situaties te voorkomen. Om net zoals in de reisbranche een toekomstbestendig fonds neer te kunnen zetten, zijn echter meer veranderingen nodig, denkt Bovag. “Die zijn enerzijds gericht op robuustere vulling van het fonds en anderzijds op correcte afwikkeling van toekomstige claims”, vertelt Huyskens. “Daarnaast wordt nagedacht over meer promotiemogelijkheden voor leden op basis van het BGF.”

Reisbranche als voorbeeld

De directies van BOVAG en verzekeraar Bovemij en de besturen van het BGF en van BOVAG Rijscholen hebben de afgelopen maanden reeds enkele routes verkend. Ook is bijvoorbeeld de ANVR geconsulteerd over de werking van hun Stichting Garantiefonds Reisgelden (SGR) en heeft ANVR-directeur Frank Oostdam in Bunnik onlangs een presentatie gehouden voor BOVAG-leden over het nut van een garantiefonds.

“Het systeem van de reisbranche is goed toepasbaar op de rijschoolbranche”, legt Huyskens uit. “Je hebt het over vergelijkbare bedragen die ermee gemoeid zijn. Daarnaast kunnen de ervaringen van klanten en reisbureaus goed worden toegepast en mee worden genomen in ons eigen BGF.”

Sparren met rijscholen

De branchevereniging heeft als uitgangspunt dat de rijschool geen last heeft van een vernieuwing van het fonds. Daarom werden vorige week alle grootste rijscholen al uitgenodigd om de eerste denkrichtingen over een vernieuwd BGF met elkaar te delen, en ontvangen de overige leden binnenkort ook een uitnodiging voor bijeenkomsten in november. Huyskens: “Daar kan alles uitkomen. Zowel een totale afschaffing als een sterke opwaardering. De leden bepalen uiteindelijk tijdens de ledenvergadering.”

Overigens is het conform de algemene voorwaarden voor rijscholen, zoals afgestemd met de Consumentenbond en de ANWB en vastgesteld door de Sociaal Economische Raad (SER), verplicht om een faillissementsgarantie te hebben. Hoe deze garantie wordt nagekomen is aan de onderneming zelf en dat kan bijvoorbeeld een verzekering zijn, of een garantiefonds vanuit de brancheorganisatie. Als de rijschool een eigen regeling heeft die de toets der kritiek kan doorstaan, dan wordt deze rijschool toegelaten als Bovag-lid. Wie geen eigen gedegen faillissementsregeling heeft, neemt deel aan het BGF.

Lars Verpalen