De opleiding en nascholing van professionele autobus- en vrachtautochauffeurs moet worden aangescherpt en verbeterd. De chauffeurs moeten zich bewuster worden van de gevaren in het verkeer, op de hoogte zijn van de nieuwste technologie en er moet meer aandacht komen voor zuinig rijden. Dat stelt de Europese Commissie, die nieuwe richtlijnen heeft gepresenteerd. Concrete aanpassingen van de rijexamens laten nog even op zich wachten, laat het CBR weten.

De Commissie stelt dat de opleiding en nascholing momenteel niet volledig is afgestemd op de behoefte van de bestuurders. In de vernieuwde opleiding moet er bijvoorbeeld meer aandacht komen voor rijondersteunende- en automatiseringssystemen (ADAS). Ook zouden de chauffeurs meer moeten leren over het houden van een veilige afstand (volgafstand en ruimtekussen), het benutten van de snelheid van het voertuig (rollend vermogen), een vlotte rijstijl en de juiste bandencontrole.

In 2008 is de huidige richtlijn van kracht geworden. Naast eisen aan de opleiding is toen ook de nascholing verplicht geworden. De nascholing voor chauffeurs wordt ook wel Code 95 genoemd: chauffeurs in moeten elke vijf jaar cursussen volgen van in totaal 35 uur, waarvan 7 uur praktijkles. De Code 95 is verplicht voor alle beroepschauffeurs uit de EU en beroepschauffeurs die in de EU werken.

Verschillen binnen Europa

De aanpassing van de richtlijn is een nieuwe stap van de Europese Commissie richting een verbetering van de verkeersveiligheid. Het aantal verkeersdoden moet in de periode 2011 tot 2020 gehalveerd worden. “Sommige lidstaten leggen de veiligheidsdoelstellingen naast zich neer door toe te staan dat één opleidingsmodule meermaals wordt gevolgd of door een volledige opleiding aan te bieden zonder aandacht voor verkeersveiligheid.” De nieuwe richtlijn moet waarborgen dat de nascholing minstens één verkeersveiligheidsthema omvat en dat dezelfde onderwerpen niet binnen één opleiding worden herhaald.

Binnen Europa zijn er bovendien problemen met de erkenning van opleidingen tussen de lidstaten. De EU-richtlijn moet ervoor zorgen dat de gevolgde opleiding in de hele EU wordt erkend. Op het rijbewijs moet de erkende Code 95 worden aangebracht. Is dat niet mogelijk, dan krijgt de bestuurder een kwalificatiekaart. Verder moeten de vereiste minimumleeftijden voor de opleiding en nascholing van bestuurders worden gelijkgetrokken.

Kostenbesparing

Meer aandacht voor zuinig rijden in de opleidingen van beroepsbestuurders helpt om de CO2-uitstoot en de brandstofkosten te drukken, zo luidt het voorstel. Ook moet moeten de nieuwe regels bijdragen aan de werkgelegenheid. “Een betere wederzijdse erkenning erkenning van de opleiding van bestuurders draagt bij aan een betere werking van de interne markt en de mobiliteit van werknemers.”

De nieuwe regels moeten een besparing van 2,3 miljoen euro opleveren voor bedrijven en 6,7 miljoen euro voor bestuurders, zo staat in het voorstel beschreven. “Het mkb zal naar verwachting de vruchten plukken van een groter aanbod aan werknemers en lagere kosten.”

‘Op het bord van rijinstructeurs’

De opgestelde richtlijn is vooral bedoeld om de opleidingen in Europa gelijk te trekken, vertelt Wim van de Camp, lid van het Europees Parlement. “Het is nu eenmaal zo dat wij het in Nederland over het algemeen bijzonder goed doen, samen met landen als Zweden, Denemarken en Duitsland. In Nederland wordt al veel aandacht besteed aan schoon en efficiënt rijden.”

Wat de richtlijn concreet gaat betekenen voor Nederlandse rijopleidingen en chauffeurs, is nog onduidelijk. De Europarlementariër legt uit dat het hier niet gaat om een verordening, waarbij de regels direct gelden voor alle lidstaten, maar om een richtlijn, waarbij de lidstaten zelf mogen bepalen hoe ze de doelstellingen uitwerken. Daarbij kunnen ze rekening houden met de specifieke situatie in hun eigen land. “Maar als deze richtlijn door het Europese Parlement en de Europese Raad wordt goedgekeurd, komt die uiteindelijk op het bord van de rijinstructeurs”, aldus Van de Camp.

Aanpassing rijexamens

Een logisch gevolg van nieuwe eisen aan de opleiding en bijscholing van chauffeurs, is een aanpassing van de rijexamens van het CBR. Wanneer de vernieuwingen worden doorgevoerd is nog onduidelijk. “We zijn als uitvoeringsorganisatie nauw bij dit soort aanpassingstrajecten betrokken via het ministerie van Infrastructuur en Milieu, dat de gesprekken daarover voert in Brussel”, zegt CBR-woordvoerder Nathalie Dingeldein. “Het overleg over het aanpassingstraject is nog maar net gestart, de aanpassing laat dus nog wel even op zich wachten.”

Duitsland en België

In Duitsland is op 22 december vorig jaar al de wetgeving aangepast als voorbereiding op het voorstel. Daar worden ook speciale eisen gesteld aan docenten van Code 95 als ze niet in het bezit zijn van een WRM-certificaat. Daarnaast worden er strenge eisen gesteld op het gebied van kwaliteit en controleerbaarheid. Het Nederlandse controlesysteem van erkende opleidingsinstituten en de bewaking ervan is duidelijk een inspiratiebron geweest voor de Duitse wetgeving.

In België moet een docent kunnen laten zien dat hij aantoonbare didactische vaardigheden heeft maar ook actuele kennis heeft over het onderwerp. Het opleidingsinstituut moet bij erkenning al duidelijk aangeven wie welke nascholingscursussen gaat geven. Zomaar even een andere docent inhuren, bijvoorbeeld bij ziekte, is daar niet mogelijk.

Bekijk hier het complete voorstel van de Europese Commissie.

Lees ook: 

• Al 1100 vrachtwagenchauffeurs met subsidie opgeleid door rijscholen
• Beroepschauffeur wil verplichte nascholing voor alle weggebruikers
• Bizarre drukte voor chauffeurs bij nascholing Code 95

Wil je ook de nieuwsbrief van VerkeersPro ontvangen? Vul hier jouw e-mailadres in: