Het melden van slecht rijgedrag bij het CBR zonder dat daar bewijs voor is, kan leiden tot willekeur en misbruik. Dat stelt de politieke partij 50Plus, die hierover vragen heeft gesteld aan minister Cora van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat. De minister is het daar niet mee eens. Volgens haar zijn er voldoende waarborgen ingebouwd om willekeur en misbruik te voorkomen.

50Plus stelde vragen naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank dit najaar, waarin een herkeuring door het CBR werd goedgekeurd. Familieleden tipten het CBR over een bestuurder omdat ze twijfelden over zijn rijgeschiktheid. Het CBR liet de man herkeuren. De man, een 80-plusser, spande hierop een rechtszaak aan.

Volgens de bestuurder kan het CBR zo’n besluit niet nemen op basis van één brief die niet door medische dossiers wordt ondersteund. Bovendien hebben de familieleden volgens hem andere belangen. De rechtbank stelde echter dat één brief voldoende is. Ook hoeft de afzender niet objectief te zijn.

Aanvragen zonder medisch dossier

Het CBR neemt al sinds 2010 aanvragen in behandeling waarbij een medisch dossier ontbreekt, ongeacht de leeftijd van de bestuurder en ongeacht de relatie tussen de aangever en de bestuurder. Jaarlijks komen zo’n 22.000 meldingen binnen. Het merendeel komt van politie of Officier van Justitie. In 2015 en 2016 kwamen tussen de 200 en 250 tips van een andere bron, zoals een arts of een familielid.

Als er twijfel ontstaat over de geschiktheid of rijvaardigheid van een rijbewijsbezitter, dan kan het CBR een bestuurder een keuring of een onderzoek laten ondergaan. Volgens minister Van Nieuwenhuizen heeft het CBR de verantwoordelijkheid om te toetsen of de aangedragen informatie in de melding inhoudelijk en juridisch aanleiding geeft om de bestuurder te laten onderzoeken. “In het belang van de verkeersveiligheid acht ik de vorderingsprocedure zeer wenselijk”, aldus de minister.

Misbruik voorkomen

In de Regeling maatregelen rijvaardigheid en geschiktheid 2011 zijn de feiten en omstandigheden vermeld die aan een vermoeden ten grondslag moeten liggen. Als het vermoeden bestaat dat iemand niet meer rijvaardig is of een aandoening heeft die verkeersdeelname in de weg staat, laat het CBR de rijgeschiktheid onderzoeken. Op basis van deze informatie neemt het CBR een besluit. “In de uitvoering van deze regeling zijn waarborgen ingebouwd om willekeur en misbruik van deze regeling te voorkomen”, aldus de minister.

Lees ook: Rechter bevestigt: slecht rijgedrag kan zonder bewijs gemeld worden bij CBR