Zes tips voor leerlingen: rijden in wintermaanden
De wintermaanden zijn aangebroken. In deze donkere tijden van het jaar is een aangepaste rijstijl gewenst. Ondanks dat weggebruikers heel het jaar door goed op moeten letten, behoeft de wintertijd vaak extra oplettendheid.
Zodra het donkerder wordt, neemt het aantal ongevallen toe – helemaal als de duisternis gepaard gaat met slecht weer. Dit blijkt uit een analyse van het STAR-initiatief (Smart Traffic Accident Reporting). RijschoolPro geeft zes tips waar weggebruikers op letten als zij de weg op gaan:
Tip 1: Houd afstand
In de wintermaanden is er grotere kans op gladheid. Een glad wegdek maakt de remweg langer, een goede volgafstand is dus belangrijk. Het makkelijkste hulpmiddel voor tijdens het rijden is de 2 seconden-regel. Daarbij kijk je wanneer het voertuig voor je een bepaald punt passeert en tel je de tijd die verstrijkt totdat jij dat punt passeert. Voor een veilige afstand moet er minstens twee seconden tussen zitten, en in sommige gevallen zelfs meer.
Tip 2: Wees zichtbaar
Goede verlichting is van groot belang. Niet alleen om goed zicht te hebben, maar vooral ook om goed gezien te worden. Het dimlicht is niet altijd ingeschakeld tijdens mist bij de automatische lichtstand. Zet bij twijfel het dimlicht aan, op advies van deze politieagent:
Tip 3: Gecontroleerd wegrijden
Het is belangrijk dat het gaspedaal gecontroleerd wordt gebruikt. Te snel optrekken kan leiden tot glijpartijen. Met slippende banden heeft een bestuurder geen controle over het voertuig. In sommige gevallen kan het voertuig zich zelfs ingraven in de sneeuw. Bestuurders moeten naast het gecontroleerd indrukken van het gaspedaal ook de koppeling rustig op laten komen. Het is belangrijk dat deze twee handelingen geleidelijk gebeuren.
Tip 4: Banden
Sinds 1 november geldt de winterbandenregeling bij het CBR. Examenauto’s op zomerbanden worden dan ongeschikt verklaard bij winterse omstandigheden. Bestuurders in Nederland zijn, in tegenstelling tot Duitsland, niet verplicht op winterbanden te rijden in de wintermaanden. ANWB adviseert de Nederlandse automobilist dit echter wel te doen, omdat dit de remweg verkleint.
Vierseizoenenbanden die de letters M en S en het symbool van een sneeuwvlokje bevatting voldoen ook aan de eisen van een degelijke winterband.
Tip 5: Remmen
Ook niet geheel onbelangrijk: goed gebruik van de remmen. Ook al hebben winterbanden in de winterperiode relatief een kortere remweg, door gladheid kan dit zomaar worden opgeheven. Houdt de snelheid goed in de gaten en begin op tijd met remmen. Moet je een noodstop maken, zorg dan dat het antiblokkeersysteem (ABS) goed werkt. Als de ABS werkt zorgt dit systeem dat het voertuig bestuurbaar is tijdens een ongecontroleerde remming. Veel moderne auto’s hebben ABS. Wanneer de auto begint te glijden, hou dan de rem volledig ingetrapt. Als de auto niet beschikt over ABS, dan is pompend remmen raadzaam.
Wanneer de bestuurder de auto wil parkeren, dan kan deze het beste geen (elektrische) handrem gebruiken: de remblokken kunnen namelijk vastvriezen aan de schijf. De auto in de versnelling zetten is daarom geadviseerd.
Tip 6: Let op zwakke weggebruikers
In de winterperiode zijn voetgangers volgens STAR vier tot vijf keer vaker betrokken bij een verkeersongeval dan in het voorjaar en zomer. Ook fietsers hebben een grotere kans om bij een ongeval betrokken te raken. Belangrijk is dat deze weggebruikers goed zichtbaar de weg op gaan. Automobilisten moeten op hun beurt rekening houden met de risico’s van de zwakkere weggebruikers.
Lees ook: Winterbandenregeling examenvoertuigen 1 november van kracht