Tweede Kamer debatteert na zomer over WRM: de stand van zaken
De Wet Rijonderricht Motorrijtuigen (WRM) staat voor 3 september op de agenda van de Tweede Kamer. Die dag gaan de Kamerleden debatteren over nieuwe maatregelen binnen de rijschoolbranche, mits het agendapunt niet opnieuw wordt verschoven. Een korte opsomming van de ontwikkelingen op WRM-gebied in de afgelopen maanden.
Eind vorige maand werd duidelijk dat de behandeling van de WRM niet meer voor het zomerreces zou plaatsvinden. Daarmee worden ook wijzigingen in de WRM opnieuw opgeschoven. Inmiddels staat de WRM voor 3 september geagendeerd voor een plenaire vergadering. Aangezien de invoering van een aangepaste wet op 1 januari 2019 niet meer haalbaar lijkt, zal de eerstvolgende mogelijkheid 1 juli 2019 worden.
Voorstellen uit de branche
De brancheverenigingen, het CBR, de LBKR en de opleidingsinstituten hebben allemaal hun eigen visie op wat er veranderd moet worden aan de WRM. Hierbij gaat het onder meer over de toelatingseisen tot de instructeursopleiding, de inhoud van de opleiding en de bijscholing van rijinstructeurs, met als doel de rijschoolbranche te professionaliseren. De plannen zijn stuk voor stuk opgesteld in een document en verstuurd aan de politiek, in de hoop dat Den Haag het advies ter harte neemt.
Vorig jaar is een van de voorstellen al door het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat overgenomen. In november kondigde minister Cora van Nieuwenhuizen namelijk aan dat een VOG verplicht wordt gesteld voor rijinstructeurs. Het ministerie en CBR namen al eerder maatregelen in het kader van professionalisering van de branche. Instructeurs moeten nu al een geldige WRM-pas kunnen laten zien aan het CBR als zij mee willen rijden met een examen. Ook lanceerde het CBR een social media-campagne waarin jongeren tips krijgen, zoals het kiezen van een goede rijschool.
Advies IBKI
De minister liet tijdens overleg in de Tweede Kamer afgelopen maart weten dat de VOG en WRM-pascontrole maatregelen zijn voor de kortere termijn. Overige maatregelen die de branche voorstelt, liggen vooral op het gebied van het CBR en het IBKI, vertelde de minister. “Het CBR heeft inmiddels een advies uitgebracht. Maar daar hebben we nog verder onderzoek en overleg voor nodig. Het advies van IBKI verwachten we over enkele maanden. Als ik dat helemaal compleet heb, zal ik mij beraden of en welke extra juridische maatregelen noodzakelijk zijn.”
Het advies van het CBR kwam in januari naar buiten. Het exameninstituut heeft gekeken naar de voorstellen uit het aanbevelingsdocument van de VRB, FAM en Bovag om de rijschoolbranche te professionaliseren. Daar waar de voorgestelde maatregelen raakvlakken hadden met het exameninstituut, gaven CBR-directeuren Petra Delsing en René Verstraeten aan in hoeverre deze haalbaar zijn. Zo blijkt het CBR open te staan voor het integreren van de eigen praktijkbegeleiding met die van het IBKI, waarbij de Rijopleiding in Stappen (RIS) de standaard moet worden.
Maatregelen CBR
Onlangs kondigde CBR-directeur Petra Delsing extra maatregelen aan om de kwaliteit binnen de rijschoolbranche omhoog te krijgen en de wachttijden voor de praktijkexamens aan te pakken. Zo gaan examinatoren vanaf dit najaar vaker examens afbreken wanneer de kandidaten zo slecht zijn opgeleid dat er gevaarlijke situaties ontstaan. Vervolgens moeten deze kandidaten langer wachten tot hun herexamen. Deze kandidaten maken volgens Delsing onnodig gebruik van de schaarse examencapaciteit.
Ook doet CBR onderzoek naar de manier waarop sommige rijscholen hun slagingspercentage beïnvloeden. Zij werken met meerdere inschrijvingen bij het CBR. Alleen kansrijke kandidaten doen examen onder de herkenbare naam van de rijschool, waardoor deze een hoog percentage kan laten zien. Ook komen er maatregelen tegen rijscholen met een omstreden verdienmodel: zij sturen kandidaten veel te vroeg en dus kansloos op examen. Hier verdienen zij aan, aangezien de betreffende rijschool een toeslag rekent bovenop het examentarief van het CBR.
Lees ook: