Slecht onderhoud oorzaak van forse vorstschade
DEN HAAG – Zoab-asfaltwegen hebben door het achterstallige onderhoud enorm veel vorstschade opgelopen. Dat stellen Evert de Jong van de Vereniging tot Bevordering van Werken en de Zwolse walsmachinist Ad Klompenmaker in De ondernemer.
“Onderhoud is altijd het ondergeschoven kindje,” zegt Klompenmaker. Samen met de Universiteit Twente is hij bezig een cursus ‘kijken naar asfalt’ samen te stellen. Want tijdig onderhoud voorkomt uiteindelijk hoge rekeningen. De Jong snapt wel hoe het in de praktijk in veel gemeenten gaat.
“Een onafhankelijke deskundige adviseert na inspectie van de weg dat het tijd is voor onderhoud. Een wethouder ziet op zijn fiets dat het zo op het eerste oog wel meevalt. En de gemeenteraad wil liefst uitstel want dat bespaart geld, denkt men tenminste. Dan moet je als bestuurder wel erg sterk in je schoenen staan om tóch door te zetten.”
De Jong tekent wel aan dat na de nog veel schadelijkere winter van vorig jaar vooral Rijkswaterstaat goed geluisterd heeft naar de adviezen uit de asfaltbranche. “Bij gemeenten is nog veel missiewerk te verrichten, de provincies zitten er een beetje tussenin.”
Ook wordt er te zwaar gewalst in Nederland volgens Klompenmaker. “Vergelijk het met het oppompen van een fietsband. Dat doe je een beetje op gevoel, door meerdere malen te pompen. Zoab wordt beter als je het met lichtere walsen vaker walst, bij een voldoende hoge temperatuur.”
Het beste zoab wordt volgens de walsmachinist immers gelegd als het spul warm is.
“In Nederland worden veel dunne lagen gelegd. Die koelen echter zeer snel af en dat gaat weer ten koste van de wegkwaliteit. Mijn idee is dan ook om meerdere walsen tegelijk in te zetten, die net als bij een smidse ‘het ijzer smeden als het heet is’.”
Het kwam volgens De Jong vroeger weleens voor dat walsers onder tijdsdruk (om 5.00 uur ’s ochtends, als de snelweg een uur later open moest) de laatste walsbeurt te snel en te zwaar uitvoerden. “Maar aannemers letten daar tegenwoordig goed op. Anders krijgen ze later een schadeclaim en gunt de opdrachtgever de volgende klus aan een ander.”