Er worden geen veranderingen aangebracht in de frequentie van APK-keuringen voor personenauto’s. Dat heeft minister Schultz van Haegen van Infrastructuur en Milieu in een brief aan de Tweede Kamer laten weten. In de onderhandelingen rond een Europese APK-regeling leek sprake te zijn van het verhogen van het aantal keuringen in ons land. Inmiddels is tot een akkoord gekomen, waarbij van het opschroeven van het aantal verplichte controles geen sprake is. 

De EU gebruikt een minimum keuringsfrequentie van 4-2-2-2, zonder dat er onderscheid wordt gemaakt tussen verschillende brandstoffen. In Nederland wordt 4-2-2-1 voor benzine en 3-1-1-1 voor diesel en lpg gehanteerd. De mogelijkheid bestond dat door bindende Europese regels de frequentie in Nederland opgeschroefd moest worden.

Lastenverzwaring

Maar in plaats van een bindende verordening voor de Europese lidstaten, is besloten tot een Europese richtlijn. Hierdoor zijn er minder verplichtingen voor de EU-landen en is er ruimte voor nationale verschillen in de APK-systemen. Volgens de minister is hiermee een goed onderhandelingsresultaat behaald. “Het goedwerkende Nederlandse systeem blijft intact. De Nederlandse burger en het bedrijfsleven worden niet opgezadeld met een onnodige forse lastenverzwaring”, zo laat ze in haar brief weten.

Landbouwvoertuigen met een constructiesnelheid hoger dan 40 km/h die worden ingezet voor commercieel transport, krijgen wel APK-plicht, stelt de minister. Voor aanhangwagens en brom- en snorfietsen is dat vooralsnog niet het geval. “De Europese Commissie wordt opgedragen een uitgebreid onderzoek te doen naar de effecten van het opnemen van deze voertuigen onder de APK-plicht, voordat zij weer met nieuwe voorstellen voor wetgeving kan komen”, aldus minister Schultz.

Motoren

De bewindsvrouw geeft daarnaast aan motoren in Nederland niet onder de APK-plicht te brengen. Volgens de nieuwe Europese richtlijn moeten motorfietsen vanaf 2022 verplicht worden gekeurd, tenzij een lidstaat aan kan tonen op een andere manier hetzelfde resultaat voor de verkeersveiligheid bereikt wordt.

De minister geeft dan ook aan ‘passende alternatieve beleidsmaatregelen’ te nemen. “De kosten van een APK voor motoren staan niet in verhouding tot de baten voor de verkeersveiligheid en het milieu. Ik ben van mening dat er effectievere manieren zijn om de verkeersveiligheid voor motorrijders te verbeteren.”

Wetgeving

De lidstaten hebben drie jaar de tijd om de voorstellen om te zetten in nationale wetgeving. “Ik zal de noodzakelijke wijzigingen hiervoor in gang zetten”, aldus Schultz van Haegen in het document.