Fietsers overschatten eigen rijprestaties
Fietsers zijn geneigd hun rijvaardigheid te overschatten. In de praktijk blijkt dat ze minder goed presteren dan ze zelf hadden ingeschat, zo blijkt een studie van SWOV en de TU Delft. Daarbij werden testritten gedaan en een vragenlijst ingevuld. De studie maakt deel uit van een langlopend onderzoek naar verkeersveiligheid en oudere fietsers.
Kenniscentrum CROW-fietsberaad bericht over de uitkomsten van een tussentijds onderzoek, die beschreven worden in het wetenschappelijk tijdschrift Transportation Research. Twee groepen fietsers – een van boven de 65 jaar en een tussen de 30 en 45 jaar – moesten op speciaal geprepareerde fietsen bepaalde opdrachten uitvoeren, zoals langzaam fietsen en plotseling versnellen. Beide groepen reden hun testritten zowel op een gewone als een elektrische fiets.
Achteruitkijkassistent
De oudste groep proefpersonen blijkt bij de taken meer te corrigeren door stuurbewegingen en door hun lichaam naar voren te bewegen. Ook blijken ze een minder stevige grip te hebben op het stuur. Op grond van de conclusies uit de testritten onderstrepen de onderzoekers het belang van hulpmiddelen als een achteruitkijkassistent of de ouderenfiets die TNO ontwikkeld heeft. Ook zou het met oog op het stuurgedrag van ouderen verstandig zijn om fietspaden te verbreden bij kruispunten waar fietsers vaak moeten stoppen voordat ze kunnen doorrijden.
Het onderzoek bestond naast de testritten ook uit een vragenlijst die de proefpersonen moesten beantwoorden over hun eigen fietsvaardigheid. Hun antwoorden bleken niet overeen te komen met de resultaten van de praktijkproeven. De proefpersonen schatten hun eigen rijvaardigheden beter in dan die van een gemiddelde fietser van hun eigen leeftijd.