Weggebruikers ergeren zich geregeld aan elkaar. Het Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid (BIVV) bracht in kaart wat de grootste irritaties zijn onder automobilisten, fietsers en voetgangers in België, voorafgaand aan Europese week van de mobiliteit van 16 tot met 22 september.

Vooral oversteken blijkt een bron van ergernis, al maakt het wel verschil welke rol een verkeersdeelnemer heeft. Zo stoort de helft van de ondervraagde automobilisten zich aan voetgangers die zonder op te letten zo maar oversteken op een zebra. Bijna net zo vervelend vinden automobilisten (48 procent) het als een voetganger oversteekt op een plek waar geen oversteekplaats is, terwijl die er binnen 30 meter wel is. Voetgangers die oversteken als het verkeerslicht voor hen op rood staat, scoren ook hoog op de irritatielijst van automobilisten (47 procent).

Openzwaaiende portieren

Voetgangers kijken daar anders tegenaan. Zij storen zich het meest (54 procent) aan automobilisten die hen niet laten oversteken wanneer ze bij een zebra staan. Andere ergernissen van voetgangers zijn: automobilisten die bellen onder het rijden (48 procent) of die parkeren op een voetpad (45 procent) of zebrapad (30 procent).

Fietsers ergeren zich het meest aan automobilisten die hun portier openzwaaien zonder eerst te kijken (52 procent), die parkeren op een fietspad (47 procent) of die rakelings langs fietsers rijden (36 procent). Wat automobilisten stoort aan fietsers verschilt nogal per gewest in België. Voor Vlaamse automobilisten is fietsen zonder licht in het donker de grootste ergernis. In Wallonië hebben automobilisten er vooral een hekel aan als fietsers naast elkaar rijden, terwijl Brusselaars zich het meest storen aan fietsers die niet letten op andere weggebruikers of fietsers die door het rood rijden.

Hoffelijk

Hoewel de onderlinge ergernissen groot zijn, zegt 46 procent van de ondervraagde weggebruikers dagelijks minstens één hoffelijk gebaar te maken naar een andere weggebruiker.