Tien procent van verkeersboetes naar buitenland
Van alle verkeersboetes in Nederland gaat tien procent naar het buitenland. Vorig jaar zijn bijna een miljoen boetes verstuurd naar buitenlandse weggebruikers. Dat is ongeveer 30 procent meer dan in 2015. Die stijging komt mede door een betere samenwerking tussen EU-landen in het uitwisselen van kentekengegevens.
Dat blijkt uit gegevens van het Centraal Justitieel Incassobureau (CJIB) en het ministerie van Veiligheid en Justitie. In totaal zijn in 2016 9,5 miljoen verkeersovertredingen geconstateerd. Dat zijn flink meer boetes dan in 2015, toen ging het nog om 8 miljoen overtredingen. Inmiddels gaat ongeveer een op de tien gevallen (966.408) naar een adres in het buitenland.
Automatisch geregistreerd
Het vaker kunnen beboeten van buitenlandse kentekenhouders komt mede door de Europese richtlijn Cross Border Enforcement (CBE), waardoor de uitwisseling van kentekengegevens tussen EU-landen makkelijker is geworden. Overtredingen die door flitspalen of trajectcontrole zijn geregistreerd, worden automatisch verwerkt.
Hierbij gaat het bijvoorbeeld om snelheidsovertredingen en rijden door rood licht. Nederland wisselde voor 2016 al kentekengegevens uit met België, Duitsland, Frankrijk, Polen en Zwitserland. In 2016 zijn ook Luxemburg, Hongarije, Litouwen, Malta, Slowakije, Kroatië en Spanje aangesloten.
Boetes niet verwerkt
Verder blijkt uit dat nog niet voor alle flitsovertredingen op buitenlandse kentekens een boete kan worden uitgestuurd. Omdat er nog geen kentekenuitwisseling is met het betreffende land, of vanwege een foutmelding op het buitenlandse kenteken. Zowel in 2016 als in 2015 kon ongeveer een kwart van de op buitenlandse kentekens geregistreerde overtredingen niet worden verwerkt. Het gaat om ongeveer 300.000 flitsboetes in 2016 en 200.000 in 2015.