Minister Cora van Nieuwenhuizen (I&W) wil infrastructuur en wetgeving dit jaar klaarmaken voor ‘slimme’ en zelfrijdende voertuigen. Dat zei ze in haar openingsspeech op Intertraffic in Amsterdam. Smart mobility is volgens haar het antwoord op grote uitdagingen: mobiliteit blijft groeien, infrastructuur zit aan z’n max, het aantal doden door ongelukken neemt toe en de luchtkwaliteit staat op het spel.

Om infrastructuur gereed te maken, wil Van Nieuwenhuizen om tafel met wegbeheerders, en de automotive en telecomsector. Met hen wil ze kijken wat er aangepast moet worden. In ieder geval wil ze de komst van 5G-internet stimuleren. Dit is volgens haar nodig om auto’s en infrastructuur met elkaar te verbinden. Ze wijst ook op de komst van slimme verkeerslichten, waarvan al bekend is dat er snel 1200 op de belangrijkste kruisingen in ons land moeten staan.

Platoons

Ze wijst ook op de maatregelen op de zogenoemde TULIP corridors tussen Amsterdam en Antwerpen en Rotterdam en het Ruhr-gebied. Hier moeten, zoals bekend, in 2020 dagelijks honderd platoons van vijf trucks gaan rijden. De minister samenwerken met België en Duitsland om dit, en ook slimme verkeersmanagement, daadwerkelijk mogelijk te maken.

Ook op wetgeving zet Van Nieuwenhuizen in, vertelt ze. Ze is bezig met een wettelijk framework met daarin onder andere eisen aan betrouwbaarheid en veiligheid. Mogelijk komt er zelfs een speciaal rijbewijs voor zelfrijdende auto’s. De minister heeft de Tweede Kamer al een voorstel gestuurd voor wijziging van de Wegenverkeerswet 1994.

Dodelijk ongeluk

Met de wijziging kunnen bedrijven een vergunning krijgen om experimenten uit te voeren met zelfrijdende voertuigen zonder bestuurder erin. Hierbij moet dan nog wel altijd iemand op afstand het voertuig monitoren en te allen tijde ingrijpen als dat nodig is.

Eisen stellen aan betrouwbaarheid en veiligheid is belangrijk, benadrukt ze, wijzend op het dodelijke ongeluk met een zelfrijdende auto in Arizona, Amerika. Ze belooft het onderzoek ernaar nauwlettend in de gate te houden.

Pilots

Ook wil ze ruimte maken voor nieuwe transport- en vervoersconcepten. Ze wijst op de zeven regionale Mobility as a Service-pilots die het ministerie met regionale overheden en marktpartijen op wil zetten. Mobility as a Service (MaaS) betekent letterlijk vertaald mobiliteit als dienst. Via één app kunnen reizigers ritten met alle mogelijke vervoersvormen plannen, boeken en betalen, is het idee. De minister zet niet alleen in op MaaS, ze wil ook steden en regio’s helpen bij het experimenteren met autodelen, ritdelen en zelfrijdende shuttlediensten.

Van Nieuwenhuizen wil dit jaar flink inzetten op al deze maatregelen, belooft ze. Smart Mobility moet namelijk echt goed van de grond komen dit jaar, zegt ze. Het is volgens haar namelijk dé oplossing voor de grote uitdagingen waar ons land voor staat: mensen reizen steeds meer, infrastructuur kan op veel plekken niet meer uitgebreid worden, het aantal verkeersdoden groeit en de leefbaarheid en luchtkwaliteit is in gevaar.

Samenwerken

Om dit alles mogelijk te maken, is samenwerken met regionale overheden, de private sector, OV-bedrijven en transportondernemingen belangrijk, onderstreept de minister. Belangrijk is volgens haar wel dat de overheid het raamwerk levert en dit steeds in de gaten houdt. Vooral over datagebruik, veiligheid en privacy zijn duidelijke afspraken nodig.

Ze roemt het publiek-private samenwerkingsproject Talking Traffic. Vanuit dit project krijgen gebruikers van Flitsmeister sinds kort persoonlijke waarschuwingen voor naderend filegevaar, stilstaand verkeer en plotseling veranderende lokale weersomstandigheden ontvangen. Later komt de service ook beschikbaar voor gebruikers van andere apps. Ook de slimme verkeerslichten volgen uit Talking Traffic.

Lees ook: ‘Ook zelfrijdende auto’s hebben een rijbewijs nodig’